17. Mattheuskerk
Langezwaag bezat al in 1315 een kapel. Deze kapel was oorspronkelijk gewijd aan de Heilige Mattheus. Het middeleeuwse kerkje dat er toen stond had geen toren. In de achttiende eeuw was Langezwaag het rijkste dorp van Opsterland, en de middeleeuwse kerk stak schril af bij de fraaie woningen in het dorp. In 1781 werd besloten de oude kerk af te breken en te vervangen door een nieuw kerkgebouw. De Mattheuskerk is een eenvoudig uitgevoerd kerkgebouw uit 1781-1782. Rondom de kerk ligt een kerkhof.
Kerkenschets:
- Ligging: In dorpskern
- Jaartal: 1781-1782
- Bouwtype: Zaalkerk
- Oppervlakte: 212 m2
- Denominatie: Protestants
- Huidige functie: Religieus
Kenmerken van de kerk
Eigenaar | Kerkgenootschap |
Adres, postcode | ’t Hou 9, 8404 GH |
Monumentstatus | Rijksmonument nummer 31858 |
Architect | Onbekend |
Bouwstijl | Neoclassicistisch / eclectisch |
Nagelvaste objecten en wandkunst | Ingemetselde grafzerken uit zeventiende en achttiende eeuw. |
Begraafplaats | Ja |
Terrein | Ovaal terrein deels omheind met beukenhaag. Tweede cirkelvormig terrein met ruimte voor graven aangesloten op terrein waarop kerk staat. |
Bereikbaarheid en parkeergelegenheid | Centraal in het dorp gelegen, goed bereikbaar. Beperkte parkeermogelijkheden direct rondom het kerkgebouw. |
Bronnen | Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed Documentatie Kerkvoogdij Herv. Gemeente Langezwaag. S. ten Hoeve, Friese preekstoelen (Leeuwarden 1980). T.E. van Popta, Langezwaag, de Hervormde Kerk in: Beeldschrift 1999. |
Het verhaal van de Mattheuskerk
Langezwaag bezat al in 1315 een kapel. Deze kapel was oorspronkelijk gewijd aan de Heilige Mattheus. Het middeleeuwse kerkje dat er toen stond had geen toren. In de achttiende eeuw was Langezwaag het rijkste dorp van Opsterland, en de middeleeuwse kerk stak schril af bij de fraaie woningen in het dorp. In 1781 werd besloten de oude kerk af te breken en te vervangen door een nieuw kerkgebouw. De Mattheuskerk is een eenvoudig uitgevoerd kerkgebouw uit 1781-1782. Rondom de kerk ligt een kerkhof.
De eenbeukige zaalkerk met driezijdige koorsluiting heeft aan de noord- en zuidzijde drie rondboogvensters. In het muurwerk tussen de vensters zijn lisenen uitgespaard. De kerk heeft een ongelede vierkante toren met achtkantige spits die goeddeels in het schip opgenomen is. Bovenaan in de toren zijn aan alle vier zijden twee galmgaten aangebracht.
Het torenuurwerk uit 1923 is mechanisch, gemaakt door Van Bergen uit Midwolda (nr. 1236). De kerk had tot 1943 twee luidklokken uit 1763 van Pieter Seest uit Amsterdam, die door de Duitse bezetter in beslag zijn genomen. In 1948 kreeg de toren een nieuwe klok die gegoten was door firma Eijsbouts in Asten.
De wijzerplaten van het uurwerk zijn niet op de torenmuur vastgemaakt, maar open op het vierkant geconstrueerd. De windvaan op de toren verbeeldt een paard. Ook op het oostelijke uiteinde van de nok van het dak staat een windvaan die een haan afbeeldt. De kerk is aan de zuid- en oostzijde verfraaid met een brede lijstgoot. Aan de noordzijde ontbreekt deze: hier is een eenvoudige goot zonder lijst aangebracht.
De kerk kreeg in 1782 gebrandschilderde ramen, maar deze zijn in de loop van de tijd verloren gegaan.
De kerk is gerestaureerd in 1927, 1960 en 1992-1993, waarbij vooral het interieur aangepast werd. In 1927 werd op het tongewelf gekleurde banen geschilderd. Er werden nieuwe deuren gemaakt en het timmer- en schilderwerk werd hersteld. Onder de houten vloer werden enkele grafzerken gevonden in een andere oudere vloer, die nog behoorde tot de voorganger van de huidige kerk. Deze grafzerken, afkomstig uit de zeventiende en achttiende eeuw, werden rechtop tegen de binnenmuren en in het portaal geplaatst. Ook werden er glas-in-lood ramen aangebracht.
In 1960 werd er opnieuw een restauratie uitgevoerd. De oorspronkelijke banken werden vervangen door de huidige kerkenraadsbanken en stoelen. De preekstoel met achterschot en klankbord bleef bewaard en is het enige wat nog overgebleven is uit de tijd dat de kerk gebouwd werd. De preekstoel is rijkelijk versierd met houtsnijwerk, uitgevoerd door Jacob Zwaluw uit Leeuwarden. De drie allegorische vrouwfiguren symboliseren hoop, geloof en liefde. Mogelijk duidt de vrouwenfiguur met de wet op het Oude Testament en de figuur met de hoeksteen en het boek op het Nieuwe Testament. Op de hoekstijlen staan ook een groot tal afbeeldingen: een sikkel, schop, korenaren, een medaillon met paard, pijlen, vogels, een net en vissen en medaillon met zon. De achttiende-eeuwse lezenaar heeft een steun in de vorm van een adelaar. De trap heeft opengewerkte ballusters en is in Louis XVI-stijl vervaardigd.
De orgelkas en het front zijn van H. Knipscheer uit 1866. Knipscheer gebruikte een oud viervoets-front dat aan weerszijden uitgebreid werd. Het huidige orgel is gebouwd door Bakker en Timmenga in 1901 en behoorde tot 1993 tot de gereformeerde kerk van Gaast. In 1993 is het overgeplaatst naar Langezwaag.