1759: Gorredijk krijgt een nieuwe brug
Gorredijk is een ‘vlecke’ (nederzetting met stedelijke kenmerken die geen stad is) en ontstaan door de turfwinning en veengraverijen. Gorredijk was een centraal punt voor het opslaan, invoeren en verhandelen van spullen. Er werd veel turf doorgevoerd. Het doorgraven van de Hegedyk rond 1631 wordt gezien als stichtingsjaar van Gorredijk. Er werd toen een kanaal gegraven naar de Gorrevenen. Deze Gorrevenen werden in de zeventiende eeuw door de Heren Compagnons afgegraven. Vooral jonkheer Sytse van Dekema had hier veel bezittingen. Voor het vervoer van de turf was een kanaal nodig. De eerste vermelding daarvan vinden we in 1630. Op de plek waar de vaart de Hereweg kruiste, nu Hegedyk en Hoofdstraat, werd een brug en sluis gebouwd: waar nu de hoofdbrug van Gorredijk ligt.
In 1759 vinden we in het archief een document dat inzage geeft in de aanleg van een nieuwe brug op deze locatie. De inwoners van Gorredijk legden toen vast dat er overeenstemming was om over te gaan tot de aanleg en dat de kosten daarvoor gedragen zouden worden door het dorp zelf. Grietman (burgemeester) Livius Suffrides Lijcklama à Nijeholt en daarmee ook de grietenij (gemeente), werd vrijgesteld om bij te dragen aan de kosten. In deze tijd werd er tweemaal per jaar een jaarmarkt gehouden en een wekelijkse markt. Op de weekmarkt werd veel handel in rogge, boekweit en andere goederen gedreven. De handel nam toe nadat er in 1759 een nieuwe brug over de Compagnonsvaart werd aangelegd. De brug van 1759 kennen we van vroege topografische gezichten: een monumentale ophaalbrug met een rijdek erover. In 1862 werd de brug opnieuw vervangen.
Verscheidenheid
Uit het document blijkt dat de mannelijke inwoners van Gorredijk bijeenkwamen in de dorpsschool, om tot een overeenkomst te komen voor het aanleggen van een nieuwe brug. Uit enkele genealogische* bronnen en de quotisatiekohieren* uit 1749 op www.allefriezen.nl zijn van de meeste genoemde mannen uit het document de geboorte- en overlijdensdata en de beroepen te achterhalen. Het toont de diversiteit van de inwoners en geeft een inkijk in de samenstelling van de Gorredijksters die er toen woonden. Aanwezig waren onder meer zilversmeden, een timmerman, molenaar, meester linnenwever, de meester bakker, een glazenmaker, koopmannen, veenbaas en kerkvoogd, een touwslager, gortmaker, brouwer, destillateur, herbergier, boeren, een chirurgijn en dorpsrechter, en de schoolmeester. Onderaan de pagina staan ze in willekeurige volgorde weergeven.
Inhoud van de tekst
Op heden den 3en april 1759, compaerden in de Dorps School van den vlekke Goeredijk de Ingeseten van het selve vlek en hebben na duidelijke voorhoudinge en Leesinge van de acte de data den 16en maart 1759 door de Heren Compagjons van Foois Kuik en Dekema venen aan de Hoog Welgeb. Heer Livius Suffridus Lijklama á Nijeholt grijtman over Opsterland &: &: hebben vergunt het leggen van een Nieuwe Brug over de Compagjons vaart breder ten vernoemden acte gemelt Soo Ist dat wij ondergeschreven Comparanten na riepe overleg aannemen die acte tot des Dorps Laste te nemen en zijn Welgeb. In allesons daar van Cost en Schadeloos te ontheffen in kennisse onse onse handen actuen Utsupra.
Üble Rinecks, Albert Tsjibbes, J. Faaber, Jochem Luitjens, Wulle Gavhus, Enne Jans, Hans Jans, Eyte Tjebbes, Jacob Rienks, Martinüs Jans, Sjoerd Hylkes, Petrus J. Steltman, Adolph Petersen, H.J. Halbetsma, Jan Pijtters Schoolmr, Atze Sickes, Gerrit Jans, Frederikx Herringa, B: Halbetsma, Luytjen Klazes, Harman Jans, Wobbe Alberts, Tjibbe Alberts, J. Homans, Anne Eits, Minne Piers, Freerk Douwes, Douwe Alles, Albert D. Lippes, Foke Jans, Hendrik Bouwes.
De mannelijke inwoners van Gorredijk die bijeenkwamen in de dorpsschool:
- Minne (Menne) Piers (1732-1798)
- Anne Eits (Eyts) (.. – 1789) zoon van Eite/Eyte Tjebbes
- Eite Tjebbes (.. _ ..) meester timmerman en yserkramer
- Focke/Foke Jans (1743-1815) meester linnenwever
- Jacob Rienks (Glas) (1723-1812) glazenmaker
- Bartele Hiddes Halbetsma (1717-1784) meester bakker en koopman
- Jacobus Halbetsma (1722-1805) meester zilversmid
- Albert Tjibbes/Tjebbes (Hoogeveen) (1696-1767) koopman, timmerman, veenbaas en kerkvoogd Gorredijk
- Freerk Douwes (1723-1776) touwslager en lijnslager
- Oebele (Uble) Rinks (Rinx, Rinecks) (1716-1780)
- Jochum Luitjens (1708-1791) koopman op Gorredijk, geb. in Terhorne
- Jacobus Faber (1700-1765) brouwer en boer
- Enne Jans (1709-1763)
- Martinus Jans (…-...) meester smid
- Atze Sickes (Ferwerda) (1705-1774) molenaar Volder
- Sjoerd Hylkes (… – 1790) meester gortmaker
- Gerrit Jans (1709-1775)
- Hendrik Bouwes (1725 - ..)
- Wobbe Alberts (Hoogeveen/Hogeveen) (1724 - …)
- Tjibbe Alberts (Hoogeveen/Hogeveen) (…-…)
- Jacobus Bernardus Homan (Homans) (1715-1771) chirurgijn
- Petrus Johannes Steltman (... -1763) zilversmid en dorpsrechter. Woonden in de Schansburg.
- Douwe Alles (Stoker) (1710-1762) meester stoker en distillateur
- Albert Lippes/Liepes (…-...)
- Jan Pijtters (…-… ) schoolmeester
- Adolph Johann Petersen (…-...) geboren te Mecklenburg, Duitsland
- Hans Jans ( …– 1792) veenschipper en herbergier
- Harmen Jans (Vledder) (1701-…)
- Luitjen Klazes/Klases (…-…)
- Frederikx Herringa
- Wulle Gavhus
Bronnen:
- J.J. Spahr van der Hoek en Joh. Frieswijk, De Vlecke Gorredyck (Leeuwarden 2000).
- De Heerenveensche koerier, 24 oktober 1947.
- www.gorredijk-historie.nl
- www.geneanet.org
- www.allefriezen.nl