Beetsterzwaag Gealeane
Beetsterzwaag ontstond in de middeleeuwen. Lange tijd was Beets, tegenwoordig Oud Beets, groter dan Beetsterzwaag. Hier stond vroeger de Gertrudiskerk, een middeleeuwse kerk die vermoedelijk in de twaalfde eeuw gebouwd werd. Later werd op dezelfde plek de Adelskerk gebouwd. Zowel (Oud) Beets als Beetsterzwaag liggen op een zandrug, wat een geschikte plek was voor bewoning.
In de zestiende eeuw vestigden veel rijke investeerders van de veenontginning zich in Beetsterzwaag. Zij bouwden in totaal maar liefst elf landhuizen en legden na 1850 op grote schaal bossen aan. Na de Franse tijd werd Beetsterzwaag de hoofdplaats van Opsterland, maar was met ongeveer 700 inwoners rond 1840 niet de grootste plaats. Aan het eind van de achttiende eeuw had Beetsterzwaag zich ontwikkeld tot het voornaamste dorp binnen de gemeente en bezat toen het grootste cluster buitenhuizen in Noord-Nederland.
Op de plek van de Martenskerk stond voorheen net als in Oud Beets ook een middeleeuwse kerk, maar hierover is weinig bekend. In 1803-1804 werd de huidige kerk gebouwd op de fundering van de oudere kerk. In de kerk zijn nog diverse grafzerken te zien uit het begin van de zeventiende eeuw, waaronder van familie Fockens. Ook is er een grafkelder aanwezig van familie Van Teijens. Rondom de kerk werden vanaf de negentiende eeuw vele adellijke inwoners begraven, waarvan de naam Van Harinxma thoe Slooten het bekendst is. Aan het kerkhof van de Martenskerk is te zien dat talloze rijke en adellijke families Beetsterzwaag als thuishaven hadden. Ook in Oud Beets zijn er nog veel graven bewaard gebleven, zoals de grafkelders van Van Lynden, Scheltinga en Lycklama à Nijeholt. Bijzonder is dat op deze begraafplaats een gebeeldhouwde engel waakt over het familiegraf van familie Van Harinxma.
Gemeentelijke begraafplaats Gealeane
Het aantal inwoners van Beetsterzwaag bleef nog lange tijd onder de 1000, dus was het nog steeds toegestaan om rond de kerk te begraven. Rond 1940 ontstond er te weinig ruimte op het kerkhof. Na 1940 werden er vooral bijzettingen gedaan in al bestaande graven. In 1937 had de gemeente een nieuwe begraafplaats opgenomen in een uitbreidingsplan. In 1938 lag er een ontwerp klaar voor een nieuwe begraafplaats. In september 1942 besloot de gemeente een stuk grond van 9.000 m² te kopen ten westen van de weg Beetsterzwaag-Boornbergum. De oorlog zorgde ervoor dat men niet direct kon starten met de aanleg, dit kwam pas na de oorlog op gang. De begraafplaats is waarschijnlijk in 1946 gesticht en werd in 1948 in gebruik genomen. Er werden 500 graven ingericht. Het ontwerp, een halve cirkel doormidden gedeeld door een pad, was modern. Niet alle graven lagen aan de paden. Achter de ingang is een ruimte opgenomen waar afscheid genomen kan worden van de overledene.
Twee dwarspaden deelden de halve cirkel op in zes afzonderlijke vakken. Achteraan stond, toen nog buiten de begraafplaats, een baarhuisje. Bij latere uitbreidingen kwam deze centraler op het terrein te liggen.
De eerste uitbreiding vond plaats in de jaren ’70 van de twintigste eeuw. De ruimte aan de buitenzijde van de eerste cirkel werd in gebruik genomen. Er werd een nieuw pad aangelegd op 18 meter van het eerder aangelegde pad in dezelfde vorm. Ook werden er enkele dwarspaden aangelegd, waardoor er 4 nieuwe vakken ontstonden. Met de uitbreiding werd er ook ruimte voor kindergraven en een urnenmuur gemaakt. In de jaren ’80 van de twintigste eeuw werd er een tweede, veel grotere uitbreiding gemaakt met ruimte voor meer graven. In 2001 was er opnieuw een uitbreiding. Er werd meer grond gekocht aan de achterzijde. Er werd een soortgelijke cirkel ontworpen met meer ruimte voor graven. De eerste graven op dit deel werden uitgegeven in 2004. Ook werd er een dienstgebouw gebouwd. Het totale oppervlak van de begraafplaats beslaat nu zo’n 15.000 m².
Aanleg en groene aspecten
De begraafplaats aan de Gealeane is omgeven door bos en heeft een besloten en sterk groen karakter. Het bosrijke van de omgeving is terug te zien in het uiterlijk van de begraafplaats: er staan willekeurig verspreide bomen en boomgroepen. Dit zorgt voor een natuurlijk karakter. De ingang van de begraafplaats heeft een plein met aan de linkerkant twee treurbeuken. Vroeger stonden de treurbeuken aan beide zijden van het pad, maar de rechter treurbeuken zijn enkele jaren geleden dood gegaan. Er zijn geen nieuwe geplant. Ook is de korte hoofdlaan aangepast. Vroeger stonden erlangs aan beide zijden grote taxussen, die zijn vervangen door zuilbeuken.
Rondom het voorplein zijn lage, groenblijvende struiken geplant, die ook in de winter zorgen voor een groen beeld. Ook zijn er enkele eenjarige planten aangeplant. Tussen de zuilbeuken zijn beukenhagen geplant, wat zorgt voor meer zicht op de grafvlakten op beide zijden. Er zijn nog enkele taxussen te zien bij de dwarspaden. Dit zorgt voor een gemengder beeld dan vroeger. Aan de buitenzijden staan verschillende eiken. Ze zijn mogelijk nog een overblijfsel van het vroegere bos. Dit is ook te zien bij de uitbreiding van 2001, waar een bestaande boslaan opgenomen is in het geheel. De rijen eiken herinneren daar nog aan. Dit geeft de begraafplaats een ‘aangenaam doorzicht’.
Er staat een zwarte walnoot voor het baarhuisje en rondom staan onder andere een hazelnoot en cotoneaster. Het kan zijn dat dit overblijfselen zijn van een eerdere aanplant. Tussen het oudere deel en de uitbreiding zijn ook hagen en vlakken ingevuld met gesnoeide taxus. De uitbreiding zelf is meer in balans. De laatste uitbreiding sluit bij het cirkelmotief aan. De randen van de cirkels worden versterkt door beukenhagen, doorkruist door de boslaan. De hoofdlaan van de uitbreiding had aan beide kanten sierappelboompjes die niet goed zijn aangeslagen. De grondsoort speelt hierbij mogelijk een rol. Ze zijn nu vervangen door zuilbeuken. De graven op de grafvelden liggen in het gras. De hoofdpaden zijn bedekt met schelpen. Sommige paden zijn niet stevig, door intensief gebruik en doordat er water blijft staan. Het afwisselende groen en de ligging heeft een grote aantrekkingskracht op allerlei dieren, waaronder allerlei vogels. Nabij het oude deel van de begraafplaats is in een hoek een gedeelte voor urnengraven aangelegd. Ook staan er op deze plek twee urnenmuren.
Typologie van de grafmonumenten
Begraafplaats Gealeane heeft een uiteenlopende verzameling van laat twintigste-eeuwse grafmonumenten, die vanwege het materiaal, de vormgeving of bewerking met name van lokaal cultuurhistorisch belang zijn. In de voorste vakken zijn de oudste grafmonumenten te vinden, in de cirkel die als eerste in gebruik genomen werd. Het grootste deel van de grafmonumenten op Beetsterzwaag is nog vrij jong. Er zijn enkele interessante grafmonumenten te vinden uit de jaren ’50, ’60 en ’70. Sommige hebben Friese teksten, andere hebben fraaie symbolen. De meest historisch waardevolle en interessante graven zijn te vinden op het eerst aangelegde deel. De grafcultuur op dit gedeelte past bij de overgang die in gang werd gezet in de eerste helft van de twintigste eeuw. De vormgeving is zakelijk, vaak gemaakt van zwart graniet en niet meer van hardsteen.
Er is geen informatie gevonden van belangrijke of bekende personen die direct gekoppeld kunnen worden aan de groei van Beetsterzwaag na de oorlogsjaren (die zijn er wel op het kerkhof bij de Martenskerk). De begraafplaats geeft een goed beeld van de ontwikkeling van de grafcultuur vanaf 1950 tot nu.