Historie Opsterland

Op deze pagina valt alles te lezen over de geschiedenis van onze gemeente. Een geschiedenis die al in 150.000 voor Christus begint met de 'vuistbijl van Wijnjeterp'.

Meer leren over de geschiedenis van Opsterland?

Breng dan eens een bezoekje aan het Museum Opsterlân in Gorredijk. 

Ga naar de website van Museum Opsterlân 

Friese paarden

Historie

Al rond 150.000 voor Christus woonden er mensen in Opsterland. Het bewijs daarvan is de gevonden ‘vuistbijl van Wijnjeterp’. Opsterland heette toen natuurlijk nog niet zo. Daarna is er een hele tijd geen bewijs van menselijke aanwezigheid. Pas weer rond 15.000 jaar voor Christus. Dat er toen mensen leefden weten we door de voorwerpen die op het grondgebied van Opsterland zijn gevonden. In het Fries Museum kun je stenen gereedschappen, bronzen voorwerpen en scherven aardewerk uit Opsterland bewonderen. Een aantal heel bijzondere vondsten, zoals de vuistbijl van Wijnjeterp uit 150.000 voor Christus, zijn te zien in de vaste tentoonstelling in Museum Opsterlân in Gorredijk.

De hoog wonende mensen op zand

De naam 'Opsterland' werd voor het eerst gebruikt in 1395, al was het in een wat andere vorm dan nu. De naam was toen Upsateraland. Up is 'op' en sater is 'zittende op'. Opsterlanders zijn dus 'opzitters', de hoog wonende mensen op het zand. Ook de naam Superhaudmare komt voor in de 14e eeuw als aanduiding voor deze streek. Vrij vertaald betekent dit boven-hoofd-stroom. Die hoofdstroom is dan de rivier 'It Alddjip' (Koningsdiep), die het hart van Opsterland vormt. 

Landschap

Opsterland staat tegenwoordig bekend om zijn prachtige bossen. Maar, deze bossen zijn nog vrij jong en werden vanaf eind 18e eeuw en begin 19e eeuw aangelegd. Voor die tijd bestond het landschap uit open vlaktes met grote heidevelden en ontoegankelijke veengebieden. Langs de rivier It Alddjip lagen de dorpen verspreid.

Turfwinning en verandering van het landschap

In de 18e eeuw werd het hoogveen in Opsterland grootschalig afgegraven door veencompagnieën. Turfvaarten en kanalen werden gegraven om de turf af te voeren, wat het landschap drastisch veranderde. Dorpen als Gorredijk, Bakkeveen en het huidige Frieschepalen ontstonden in deze tijd. Oudere dorpen, zoals Luxwoude, Beetsterzwaag, Terwispel en Lippenhuizen, waren vooral boerendorpen, gericht op akkerbouw en veeteelt. Koeien en schapen werden vooral gehouden vanwege de mest; hooi voor het vee kwam uit de onbewoonde westelijke gebieden (hooiwegen).

Laagveenontginning en migratie

In de 19e eeuw werd ook laagveen afgegraven, vooral in de westelijke delen van de gemeente. Veel arbeiders kwamen uit de kop van Overijssel, de zogenaamde Gietersen. Zij legden de basis voor dorpen als Tijnje en Nij Beets. Namen zoals Bron, Lok, Krikke en Schokker herinneren nog aan deze migranten. Door de ontginning ontstonden grote plassen, die later in de 19e en 20e eeuw drooggemalen werden en als weilanden in gebruik kwamen.

Armoede en bestuur

De veenafgravingen brachten grote armoede en sociale onrust, vooral rond Tijnje en Nij Beets. De naam Domela Nieuwenhuis is onlosmakelijk verbonden met deze geschiedenis. In Beetsterzwaag woonden de rijke families van de veencompagnieën, zoals Fockens, Van Teijens en Lycklama á Nijeholt.

Bestuur

De families van de veencompagnieën speelden ook een belangrijke rol in het lokale bestuur van de grietenij. Een grietenij is de voorloper van de gemeente en een grietman was de rechter en bestuurder daarvan. Er waren eerst twee grietmannen in Opsterland, aan elke kant van het Alddjip één. Vanaf 1550 tot 1692 is er nog maar sprake van één grietman. Wel hadden zowel Beetsterzwaag als Lippenhuizen tot aan het laatst van de 18e eeuw elk een rechtskamer, waar de grietman rechtsprak. 

Beetsterzwaag: Hart van Opsterlands bestuur

Beetsterzwaag is al lange tijd een belangrijke locatie voor het Opsterlandse bestuur, aangezien de grietman hier woonde, en het gemeentebestuur en de gemeentesecretarie (bureau waar het administratieve werk voor een gemeente wordt verricht) hier waren gevestigd. Met uitzondering van de Franse tijd, toen de gemeentesecretarie was gevestigd in Gorredijk. Beetsterzwaag heeft dus altijd al een belangrijke rol gespeeld als historische locatie van wat nu gemeente Opsterland heet.

Oorlogen en plundertochten

De geschiedenis van Opsterland is er niet één van veel krijgsgeweld. Maar in 1231 gingen de Friezen en de Drenten elkaar wel te lijf bij Bakkeveen. Ook rond de 80-jarige oorlog waren er invallen en plunderingen en in 1672 en 1673 bezorgden soldaten die in Opsterland verbleven overlast. Dit zijn maar een paar schermutselingen in de lange geschiedenis van Opsterland. 

Zichtbare herinneringen

Zichtbare herinneringen aan spannende tijden zijn de schansen aan de grenzen, bij Frieschepalen, (de nog bestaande Zwartendijksterschans) en bij de Breeberg zuidelijk van Wijnjewoude. In 1673 werd heel Gorredijk een vesting, waaraan het cultureel centrum/sporthal 'De Skâns' zijn naam aan ontleent.

Meer informatie

Heeft u nog vragen?

Neem dan contact op met het Publiekscentrum

Gemeente Opsterland