Alle opgaven in één oogopslag

Omgevingsvisie opgaven totaal bijgesneden
Opgave 1 - Leefbare en vitale dorpen
Omgevingsvisie - Opgave 1

A. Wat is de opgave?

Het is goed wonen, recreëren en werken in Opsterland. De gemeente is een plattelandsgemeente met vele kwaliteiten, gelegen tussen ruwweg Drachten en Heerenveen in het mooie Zuidoost Friesland Deze kwaliteiten komen zeer zeker ook tot uitdrukking in de 16 dorpen. De regio Zuidoost Friesland kent (nog) geen afname van het aantal inwoners en is qua leefbaarheid, economie en wonen relatief sterk. Hoewel de bevolkingsprognoses aangeven dat de bevolkingsdaling over een of twee decennia in Zuidoost Friesland, en dus ook in Opsterland, aan de orde zal zijn, is het nu nog geen actueel thema. 

Demografische prognoses laten zien dat de bevolkingsopbouw zich de komende jaren zal wijzigen. Tussen nu en 2035 zal de bevolking van de gemeente naar verwachting afnemen. Het aantal huishoudens echter neemt in deze periode nog toe. 

Daarom is het zaak om regelmatig stil te staan bij de kwaliteit van sociale structuren en voorzieningen in de dorpen. 

Vergrijzing en ontgroening is voor de komende jaren een actueel thema. Landelijk beleid is er op gericht dat ouderen steeds langer thuis blijven wonen. Ze zullen dus een groter beroep doen op extra murale voorzieningen, familie en dorpsgenoten. Een onbedoeld effect hiervan is dat de doorstroming op de woningmarkt niet bevorderd wordt, zelfs stagneert. Daarom moeten we juist meer inzetten op voorzieningen die een dorp zelf graag in stand wil houden. In combinatie met de huidige krapte en prijsniveaus op de woningmarkt maakt het dat starters en jongeren nog nauwelijks een passende woning kunnen bemachtigen.

B. Wat betekent dat voor Opsterland?

Opsterland is primair een gemeente waar het goed en veilig wonen is in een prachtig en afwisselend landschap. Het is belangrijk dat de dorpen leefbaar, vitaal en aantrekkelijk blijven. Dat kan door een goed en toekomstgericht aanbod van woningen, een bloeiend verenigingsleven, ruimte om te kunnen ondernemen en voldoende bereikbare en betaalbare algemene en voorliggende voorzieningen. 

Naast wonen zijn er vijf andere basisfuncties belangrijk: onderwijs, sport/ontspanning, ontmoeten, zorg en bedrijvigheid/werk. De gemeente werkt samen met inwoners, verenigingen en ondernemers aan oplossingen en verbeteringen om dorpen vitaal en leefbaar te houden. Een vitaal dorp biedt voor inwoners diverse aanknopingspunten om zowel fysiek, mentaal als sociaal-emotioneel gezond te blijven. Het vitale dorp heeft prioriteit en is uitgangspunt in de in 2021 vastgestelde Preventie-agenda.

A en B samengevat

  • Het is goed wonen, recreëren en werken in Opsterland. De gemeente is een plattelandsgemeente met vele kwaliteiten. Deze komen tot uitdrukking in de 16 dorpen. We zien de krapte op de woningmarkt en de kwetsbaarheid van de sociale samenhang in de dorpen. De aantrekkelijkheid om in Opsterland te (blijven) wonen vergt continu de aandacht.
  • We hebben een toekomstgericht woonklimaat. De woningvoorraad sluit aan bij de huidige en toekomstige vraag en bij de veranderende bevolkingssamenstelling. We willen ruimte blijven bieden voor extra woningen en streven naar een kwalitatief goede woningvoorraad. We investeren in aantrekkelijke dorpen met een sterke sociale samenhang. Er zijn voldoende woningen (kwantitatief en kwalitatief), afgestemd op de behoefte van de verschillende doelgroepen.

C.    Welke keuzes maken we?

1. Woningbouw gericht op de toekomst 

  • We streven naar kwalitatieve verbetering van de bestaande woningvoorraad: toekomstbestendig, energiezuinig en meer levensloopbestendig. 
  • We sluiten aan bij de woningbehoefte in de dorpen en houden rekening met aard en schaal van het dorp.
  • We streven naar toevoeging van woningen aan de woningvoorraad. Hier zetten we nieuwbouw voor in. Voorwaarde is dat deze woningen kwaliteit hebben qua duurzaamheid en levensloopbestendigheid. We streven daarbij bovendien naar woningen die weinig voorkomen in de voorraad en naar woningen waar ook in de toekomst behoefte aan is.
  • We geven voorrang aan inbreiding binnen de huidige dorpscontouren.
  • We streven naar voldoende -; betaalbare – en beschikbare sociale huurwoningen voor lage en middeninkomens.
  • We streven naar toepassing van tijdelijke woonvormen, vanwege flexibiliteit.

2. Basisvoorzieningen bereikbaar houden

  • We willen in elk dorp de basisvoorzieningen (bereikbaar) houden.
  • We werken samen met bewonersinitiatieven om ook andere sociaal-culturele en ondersteunende voorzieningen in stand te houden.
  • Digitale bereikbaarheid is in de moderne samenleving vanzelfsprekend.

3. Faciliteren van de inclusieve samenleving

  • We zetten in op ‘Krêft fan de mienskip’.
  • We willen investeren in dorpen. Daarbij richten we ons op een sterke sociale samenhang.
  • We vinden het belangrijk dat iedereen mee telt en mee doet.
  • We ondersteunen inwoners om zo lang mogelijk zelfstandig te kunnen wonen en leven.
  • Het is belangrijk dat iedere inwoner zich optimaal kan ontwikkelen.

4. Ruimte om te ondernemen

Als gemeente zorgen we voor voldoende ontwikkelruimte voor bedrijven.

  • Het doel is om het aanbod aan locaties voor bedrijven aan te laten sluiten bij de vraag. In principe is het doel bedrijven met een ruimtebehoefte binnen de gemeente een plek te laten vinden. Of dit lukt, is mede afhankelijk van de aard en omvang van het bedrijf. Als er veel vraag en weinig aanbod is, kijken we of uitbreiding van bedrijfsterreinen nodig is. We kijken daarbij ook naar vraag en aanbod in de regio.
  • De bedrijventerreinen van Opsterland hebben intrinsiek een hoge kwaliteit. Ze kunnen daarnaast ook dienen als “uitloopgebied” voor kleinschaliger bedrijven dan de grotere industriële bedrijfsvestigingen, bijvoorbeeld die in Heerenveen en Drachten.

Bedrijvigheid in de dorpen

  • Dorpen kunnen vitaal en leefbaar blijven wanneer lokale bedrijvigheid behouden blijft en tot wasdom kan komen. Het midden en kleinbedrijf, de detailhandel, de horeca en zeker ook agrarische ondernemingen zijn van enorm belang. Waarbij deze laatste ook een rol spelen in de leefbaarheid in het buitengebied. Kleinschalige bedrijvigheid en gepaste groei zullen we altijd positief tegemoet treden. In dat verband juichen we de realisatie van kleine of middelgrote bedrijfsverzamelgebouwen toe. Daarnaast bevorderen we het circulair ondernemen en lokale bestedingen. 

We streven naar levendige compacte kernwinkelgebieden.

  • We zetten in op goed functionerende, aantrekkelijke en toekomstbestendige winkelgebieden in een veranderend retaillandschap. Hierbij onderscheiden we twee hoofdthema’s.
  • Terugdringen van leegstand en overcapaciteit en van overbodige plancapaciteit in winkelvloeroppervlak.
  • Versterken van de uitstraling, beleving en aantrekkelijkheid van winkelgebieden.

Er is ruimte voor recreatieve ondernemingen

  • Recreatie en Toerisme is een sector met potentieel in Zuidoost Friesland. Het landschap is uniek, afwisselend en uitnodigend. Het ondernemerschap is goed ontwikkeld, maar kan ook her en der nog wel een kwantitatieve en kwalitatieve slag maken. Door een toeristische bril bezien wordt Zuidoost Friesland ook wel “Het Andere Friesland” genoemd. Om dit merk nog beter tot wasdom te laten komen zullen we organisatorisch en ruimtelijk facilitair zijn.

D. Bestaande beleidskaders

  1. Preventieagenda Opsterland 2021-2030
  2. het coalitieakkoord Mei-inoar foarút 2022-2026
  3. Vitaal Opsterland, Visie op Basisvoorzieningen en Accommodaties 2010-2030  heeft geleid tot Vitaal Opsterland versie 2 (2013)
  4. Basisanalyse Dorpsspiegels Opsterland 2017 – 2018 
  5. Woonvisie 2017-2021 (Actualisatie Woonvisie 2022-2026)
  6. Kadernota sport en bewegen 2017-2021
  7. Integraal Huisvestingsplan Onderwijs 2015-2030
  8. Kadernota Dorpshuizenbeleid (15 november 2021 per raadsbesluit)
  9. Kansen benutten Recreatie en toerisme in Opsterland (2016-2020)
  10. Ontwikkelagenda's Duurzaam, Leefbaar en Inclusief Opsterland
  11. Regionale Afspraken Wonen Zuidoost Fryslân, 2016-2026 (2018).
  12. Prestatieafspraken woningcorporaties en de huurdersorganisatie De Bewonersraad (Jaarlijks).
  13. Detailhandelsvisie 2015
  14. Bedrijventerreinen zuidoost Friesland
  15. Beleidsplan verlichting 2009-2014

E. Actuele projecten en beleidsvoornemens 

  1. We stellen samen met de dorpen nieuwe dorpsvisies op. Daartoe worden in 2022 geactualiseerde dorpsspiegels gemaakt. Ze geven een beeld van de stand van zaken in de verschillende dorpen. 
  2. Kaders van het dorpshuizenbeleid vaststellen.
  3. Koersplannen voor alle dorpshuizen.
  4. Dorpencoördinator aangesteld (2020).
  5. Actualiseren Woonvisie (2017-2021).
  6. Verruiming en flexibilisering van de woningbouwruimte (Nieuwe woningbouwafspraken met de provincie voor de periode 2020-2030)
  7. Regiodeal Zuidoost Friesland 2020 – 2023 met als een van de pijlers Vitale Dorpen. Belangrijk onderdeel daarin is het programma Gorredijk gericht op versterking van de regionale positie van Gorredijk. Regionale toeristische ontwikkelstrategie Zuidoost Friesland Regionale samenwerking RenT in het kader van ‘Het andere Friesland’ 
  8. De eerste actielijn van de preventie-agenda is gericht op het versterken van de sociale netwerken in de dorpen. 
  9. Vernieuwing detailhandelsvisie 
  10. Een woonzorganalyse om te kijken wat er nodig is op het gebied van wonen en zorg.

Deze opgave draagt bij aan de volgende Sustainable Development Goals (SDG’s)

Opgave 2 - Klimaatadaptatie, wateroverlast en hittestress
Omgevingsvisie - Opgave 2

A. Wat is de opgave?

Het klimaat verandert. Het weer wordt extremer: we krijgen te maken met meer en zwaardere buien. Als gevolg daarvan neemt de kans op overstromingen en wateroverlast toe. De zomers worden droger en heter. De gevolgen daarvan, zoals hittestress, zien we om ons heen. In Nederland, maar ook wereldwijd, wordt hard gewerkt om klimaatverandering tegen te gaan. We moeten er echter rekening mee houden dat een deel van de veranderingen niet terug te draaien is. Voor Opsterland is onlangs een klimaatstresstest uitgevoerd. Op de site www.frieseklimaatatlas.nl staan de resultaten.

B. Wat betekent dat voor Opsterland?

De effecten van klimaatverandering worden vooral gevoeld in de dorpen. Door bebouwing en verharding is het voor het water lastig om weg te komen en kan het zich ophopen, zodat wateroverlast ontstaat. Tussen gebouwen en op verhard terrein lopen de temperaturen hoger op dan in de buitengebieden; we noemen dit hittestress. Vooral bij de inrichting van de dorpen is het van belang dat we maatregelen nemen om ons aan te passen aan het veranderende klimaat. In Opsterland zijn er ook verschillen tussen de zandgebieden en de veengebieden. Het gevarieerde landschap en de verschillen in bodemgesteldheid zijn beschreven in hoofdstuk 5.   Zo is het in de zandgebieden sneller droger en moeten we ervoor waken dat het grondwater niet te ver wegzakt. Afkoppelen van hemelwaterafvoer van het rioolstelsel zodat het richting oppervlaktewater kan helpt om water langer in het gebied vast te houden en om droogte bij zandgronden te voorkomen. In de veengebieden is wateropvang en vasthouden makkelijker. We hebben in het veengebied de wens om op verschillende plaatsen het waterpeil te verhogen om het veen te sparen en CO2-uitstoot tegen te gaan. Samen met Wetterskip Fryslân werken we aan maatregelen om hier oplossingen voor te vinden. Een robuust watersysteem helpt ons hierbij.

Hittestress kan worden tegengegaan door minder verharding en meer groen bij woningen en in de openbare ruimte, schaduwbiedende begroeiing in het buitengebied, groene daken op woningen en bedrijven, maar ook slimme materiaalkeuzes.

A en B samengevat

  • Het klimaat verandert. De negatieve effecten worden steeds meer zichtbaar.
  • We willen onze leefomgeving aanpassen aan de gevolgen van klimaatverandering en de nadelige effecten tegengaan. 

C. Welke keuzes maken we?

  1. We willen voorkomen dat inwoners en bedrijven wateroverlast ondervinden bij hevige regenval, hittestress bij langdurige temperaturen boven de 30 graden en geen of minder schade ondervinden door langdurige droogte; denk daarbij aan opbrengstderving van gewassen of schade aan de natuur.

Als gemeente hebben we de volgende maatregelen voor ogen: 

  • a. Verbeteren van opvang hemelwater door gescheiden riool aan te leggen bij vervanging of aanleg nieuwe riolering.
  • b. Bij nieuwe bouwplannen of herstructurering van gebieden moet duidelijk zijn welke bijdrage geleverd wordt aan de klimaatopgave.
  • c. Aanleg van kleinschalige wateropvang op plekken waar wateroverlast kan voorkomen.
  • d. Aanleggen en/of toevoegen van beplanting of waterpartijen op plekken waar hittestress kan optreden.
  • e. Inwoners van de gemeente Opsterland bewust maken van hun eigen rol bij klimaatadaptatie. Bijvoorbeeld door het stimuleren van meer groen in de tuin, minder bestratingen door afkoppelen van hemelwaterafvoer zodat het richting bodem en oppervlaktewater kan.
  • f. Maatregelen klimaatadaptatie kunnen ook bijdragen aan verbeteren van de biodiversiteit.

D. Bestaande beleidskaders

  1. Watertakenprogramma (2020)
  2. Bomenbeleidsplan (2020)
  3. Provinciale Omgevingsvisie POVI (2020)
  4. Nationale Omgevingsvisie (NOVI) 2020

E. Actuele projecten

Medio 2022 is bijna 20% van het riool een gescheiden systeem. Dat betekent dat er nog 80 % van gemengd riool naar gescheiden riool moet worden omgezet. Het direct opdracht geven om alle riolen gescheiden aan te leggen is budgettair niet realistisch, het vergt logistiek en financieel een te grote investering. Bij elke vervanging van het gemengd riool wordt in principe een gescheiden riool aangelegd. Aan de andere kant wordt een gemengd riool pas vervangen als deze technisch aan vervanging toe is. Door de klimaatopgave mee te laten wegen in de afweging van wel of niet vervangen versnellen we het vervangen van gemengd riool naar gescheiden riool.

  1. Nationaal Programma Landelijk Gebied (NPLG)
  2. Fries Programma Landelijk Gebied (FPLG)
  3. Veenweideprogramma
  4. Project Koningsdiep
  5. Natura 2000
  6. Risico dialoog
  7. Terrein beherende organisaties, zoals It Fryske Gea; Natuurmonumenten en Staatsbosbeheer, landbouw en landgoederen.

Deze opgave draagt bij aan de volgende Sustainable Development Goals (SDG’s)

Opgave 3 - Bevorderen energietransitie
Omgevingsvisie - Opgave 3

A. Wat is de opgave?

De Energietransitie als belangrijke opgave heeft zijn oorsprong in de klimaatafspraken van Parijs (2015). De doelstellingen voor Nederland zijn vastgelegd in het Klimaatakkoord.

  • In 2030 besparen wij ten opzichte van het referentiejaar 1990 49% op de CO2-uitstoot. Met het regeerakkoord van Rutte IV (2022) is dit verhoogd naar 55%
  • In 2050 beperken we de CO2 uitstoot ten opzichte van het referentiejaar met 98%. Fossiele brandstoffen, waaronder aardgas, zijn in de gebouwde omgeving vervangen door duurzame bronnen en hernieuwbare energie. 

B. Wat betekent dat voor Opsterland?

De afspraken uit het Klimaatakkoord zijn in Opsterland uitgewerkt in de Transitievisie Warmte (2021) en de Regionale Energie Strategie (2021) (RES). De Transitievisie Warmte is opgesteld in samenwerking met de gemeenten Ooststellingwerf en Weststellingwerf. De RES is opgesteld in samenwerking met de provincie. 

Opsterland neemt verantwoordelijkheid en heeft de ambitie om in 2035 een energie-neutrale gemeente te zijn. Dat betekent dat in 2035 in Opsterland net zoveel duurzame energie wordt opgewekt als verbruikt. 

De energietransitie heeft een grote ruimtelijke en sociaal maatschappelijke impact. De opwekking van duurzame energie met bijvoorbeeld zon en wind is zichtbaar in het landschap. Woningen moeten geschikt zijn voor het vervangen van aardgas. Verder is het van belang dat er wordt ingezet op besparing en gedragsverandering.

A en B samengevat

  • De gemeente Opsterland heeft op basis van het Klimaatakkoord van Parijs een verantwoordelijkheid op zich genomen in de energietransitie. 
  • We willen in 2035 energieneutraal zijn.

C. Welke keuzes maken we?

  • 1. We zetten samen met onze inwoners in op bewustwording en energiebesparing

  • Energie die niet wordt gebruikt hoeft niet te worden opgewekt. Wij zetten om die reden in op een forse besparing van het energiegebruik. Besparing is vooral te bereiken door bewust omgaan met energie, zuiniger apparaten en het verduurzamen van woningen. Dit vraagt een actieve rol van inwoners. In diverse dorpen zijn al initiatieven genomen. Die willen wij, in samenspraak, ondersteunen, verbinden en versterken. 

  • 2. We faciliteren en stimuleren lokale initiatieven
    Wij hebben samen met inwoners een actieve rol bij het verduurzamen van de energieproductie in en voor onze gemeente. Wij ondersteunen lokale initiatieven. Belangrijk uitgangspunt is dat voor alle vormen voor de opwek van duurzame energie geldt dat maatschappelijk draagvlak is. Dorpen en inwoners moeten mee kunnen doen en profiteren van de opbrengsten. Wij zullen bij de netbeheerders aandacht vragen voor het vergroten van de netcapaciteit voor lokale plannen.

  • 3. We beschikken over een actuele Transitievisie Warmte en werken samen met de dorpen uitvoeringsplannen uit om aardgas te besparen en af te koppelen
    Aardgas moet in 2050 zijn vervangen door een duurzaam alternatief. Het is belangrijk dat onze inwoners weten welke alternatieven er voor aardgas in de gemeente beschikbaar zijn en op welke termijn aardgas wordt vervangen. In de Transitievisie Warmte is dat uitgewerkt. Anno 2022 zijn in Opsterland vrijwel geen collectieve alternatieven voor het gebruik van aardgas beschikbaar. Een individuele oplossing per woning of bedrijf, volledig elektrisch of hybride, blijft dan over.

  • Deze eerste visie zet vooral in op het motiveren, samenwerken, faciliteren en communiceren. Lokale initiatieven voor het afkoppelen van aardgas worden samen met de dorpen uitgewerkt in uitvoeringsplannen. De ontwikkelingen op het gebied van duurzaamheid gaan snel. Wij actualiseren daarom regelmatig de visie. 

  • 4. Wij werken mee aan de Regionale Energie Strategie
    Wij werken met alle overheden en de netbeheerder in de provincie Fryslân aan de Regionale Energiestrategie (RES). Het belangrijkste doel van de RES is de opwek van hernieuwbare energie, met zorgvuldige ruimtelijke inpassing, maatschappelijk draagvlak en aandacht voor de benodigde energie-infrastructuur. De focus van de RES ligt op duurzame energievoorziening voor de bebouwde omgeving. De RES wordt regelmatig geactualiseerd.

  • 5. Wij zetten in op een duurzame energievoorziening 
    Op dit moment ligt de voorkeur bij het opwekken van zonne-energie. Plaatsing van zonnepanelen op daken heeft daarbij de voorkeur. Voor de aanleg van zonnevelden zijn landschappelijke inpassing en participatie belangrijk. Wij hebben ons beleid daarvoor vastgelegd in het Zonneplan Opsterland. Alleen met zon kunnen wij onze energiebehoefte niet invullen. Ook andere opties kunnen een belangrijke bijdrage leveren. Wij bieden naast zon, ruimte aan nieuwe vormen van duurzame/hernieuwbare energie als die kansrijk zijn en een bijdrage kunnen leveren voor het realiseren van onze doelstelling. We houden daarbij rekening met de invloed van de ruimtelijke ingrepen op onze leefomgeving. We gaan daarbij op zoek naar oplossingen voor goede inpassing in het landschap, mogelijkheden tot verbeteren biodiversiteit en het voorkomen van negatieve effecten op de gezondheid. 

    De gemeente is actief betrokken bij onderzoek naar de mogelijkheden voor duurzame opwek van elektriciteit en alternatieve warmtevoorzieningen en opslagmogelijkheden op de langere termijn. Dit doen we bijvoorbeeld in provinciaal verband via de Regionale Energie Strategie en de Proeftuin Aardgasvrije Wijken en andere kennisnetwerken.

    Om de energievoorziening ook in tijden zonder zon en bij weinig of geen wind veilig te stellen of om het elektriciteitsnetwerk te ontzien tijdens pieken in de energieproductie, is aandacht nodig voor opslag en het afstemmen van vraag en aanbod. Wij sluiten om die reden (combinatie)projecten van (grootschalige) duurzame opwek van energie niet uit. Wij denken daarbij aan energieparken voor zon, wind, groengas, waterstof of een combinatie daarvan. Naast een efficiënt en verantwoord gebruik van de energie- infrastructuur zijn bijkomende voordelen dat hier ook kan worden geëxperimenteerd met opslag van duurzame energie en het creëren van opwek in de directe omgeving waar het kan worden gebruikt. 

  • 6. Wij sluiten aan bij projecten die duurzame mobiliteit bevorderen
    Als alternatief voor het gebruik van fossiele brandstoffen voor de mobiliteit wordt landelijk ingezet op elektrificeren van wagenparken. Wij sluiten in dit verband aan bij een provinciaal laadpalenproject. 

D. Bestaande beleidskaders

  1. Transitievisie Warmte 2021
  2. Regionale Energie Strategie 1.0 (RES) 2021
  3. Uitvoeringsplan Energietransitie 2019
  4. Zonneplan Opsterland 2019

E. Actuele projecten

  1. Proeftuin Aardgasvrije Wijken 
  2. Uitvoering Transitievisie warmte
  3. Uitvoering Regionale Energie Strategie
  4. Provinciaal laadpalenproject

Deze opgave draagt bij aan de volgende Sustainable Development Goals (SDG’s)

Opgave 4 - Naar landbouw met toekomst
Omgevingsvisie - Opgave 5

 

A. Wat is de opgave?

Opsterland heeft een overwegend landelijk en agrarisch karakter. In hoofdstuk 5 is beschreven welk belangrijk aandeel de agrarische sector heeft gehad en nog steeds heeft bij de inrichting van het unieke landschap en het behoud van natuurwaarden en biodiversiteit. Ook is benoemd van welk belang de agrarische sector is voor leefbaarheid in dorpen en het buitengebied. De grondgebonden agrarische bedrijfsvoering, vooral de veeteelt, is het meest prominent  aanwezig. Vanwege het verlies aan biodiversiteit in Nederland en het gegeven dat Nederland zich gecommitteerd heeft aan het Klimaatakkoord van Parijs, staat de agrarische sector aan de vooravond van belangrijke veranderingen. 
Op dit moment (2023) is de  discussie rondom het stikstofdossier actueel. Hierbij krijgt natuurherstel en verbetering van de biodiversiteit ook nadrukkelijk aandacht. Bijvoorbeeld door maatregelen om natuur te integreren mee te nemen bij planvorming en werkzaamheden. Dat geldt overigens niet alleen voor de landbouw, maar ook bij nieuwbouw en renovatie van woningen of bedrijven en bij aanleg en onderhoudswerkzaamheden in de (openbare) ruimte. Zo wordt een extra bijdrage geleverd aan de verbetering van de biodiversiteit en herstel van natuurwaarden. 

Natuurinclusieve landbouw is een duurzame vorm van landbouw, die biodiversiteit op en rond het bedrijf benut en beschermt. Het produceert voedsel binnen de grenzen van natuur, milieu en leefomgeving. Het is economisch rendabel en kent maatschappelijk draagvlak. Het gaat daarbij om verbetering van biodiversiteit, van bodem- en waterkwaliteit, van leefbaarheid en van het (cultuur)landschap. 
Voor een vitale en toekomstbestendige ontwikkeling van het platteland is het noodzakelijk om de omslag te maken naar een vorm van landbouw die zowel ecologisch als economisch duurzaam is. Want de sector heeft behoefte aan een toekomstperspectief, waarbij zicht is op een goed verdienmodel. Deze omslag moet ook bijdragen aan biodiversiteit, landschap, dierenwelzijn, gezonde voeding en een breed maatschappelijk draagvlak hebben. 

Het agrarisch landschap en de sector zijn op de lange termijn gezond, levensvatbaar, concurrerend en rendabel. Landbouw die grondgebonden en circulair is, draagt hier aan bij.

Voor delen van de agrarische sector zal het een enorme uitdaging zijn om die omschakeling te maken. We zien dat een aantal bedrijven hier al grote stappen in hebben gezet. Landelijk en dus ook in Opsterland zullen de komende jaren de nodige vragen moeten worden beantwoord, zoals: 

  1. Hoe kunnen (grote) landbouwbedrijven transformeren én rendabel blijven? 
  2. Hoe geven we uitwerking aan het Nationaal Programma Landelijk Gebied (NPLG), het Fries Programma Landelijk Gebied (FPLG) en de verschillende deeldossiers daarbinnen, zoals stikstof, veenweide, kaderrichtlijn water (KRW) en bossenstrategie. 

De provincie stimuleert de landbouwsector om de omslag te maken naar een duurzame, natuurinclusieve en grondgebonden landbouw. Binnen het Nationaal Programma Landelijk Gebied worden hiervoor beleidslijnen uitgezet met bijbehorende budgetten. De provincie Fryslân stelt in de provinciale omgevingsvisie het uitgangspunt dat de landbouw in Friesland in 2025 circulair, ecologisch en economisch duurzaam is.

B. Wat betekent dat voor Opsterland?

Door schaalvergroting in de laatste decennia is het aantal agrarische bedrijven in Opsterland aanzienlijk afgenomen en is in de laatste 10 jaar de oppervlakte landbouwgrond met ruim 11% afgenomen (zie onderstaande tabel). Daarnaast is een voorzichtige stijging te zien van het aantal bedrijven met- en de oppervlakte in natuurlijk grasland. Hiermee lijkt een voorzichtige stap gezet naar een duurzame en meer natuurlijke landbouw.

Agrarische sector in Opsterland

Aantal bedrijven 

Oppervlakte in hectares (afgerond)

Jaar

2000

2010

2021

2000

2010

2021

Landbouwbedrijven totaal

487

393

265

15.168

15.273

13.520

Veeteelt

Grasland

Blijvend grasland

469

376

254

13.402

11.156

9.584

Natuurlijk grasland

9

34

50

93

683

760

Tijdelijk grasland

25

42

122

415

1.289

1.488

Groenvoedergewassen

151

168

140

1.131

1.866

1.587

Akkerbouw

Akkerbouwgroenten

0

1

1

0

12

0

Granen

8

19

6

40

175

29

Tuinbouw open grond

Bloembollen en -knollen

2

1

1

26

11

6

Tuinbouwgroenten

0

0

0

0

Bron: CBS Statline

De afname van biodiversiteit, bodemdaling en CO2-uitstoot in het Veenweidegebied en het onderhouden van de landschappelijke kwaliteit noodzaken tot een aangepaste bedrijfsvoering. Daarbij is voor agrarische bedrijven de continuïteit van de bedrijfsvoering van belang. De ondernemer wil vanzelfsprekend toekomstperspectief behouden en bedrijfszekerheid.

Agrarische bedrijven maken eigen keuzes in bedrijfsvoering. Dat kan schaalvergroting zijn, maar ook schaalverkleining, biologisch, extensivering, verbreding en verdieping. Natuurlijke omstandigheden, zoals waterpeilen en bodemkwaliteit, worden meer bepalend voor bedrijfsvoering. Ook medegebruik van agrarische grond voor waterberging en natuurbeheer wordt meer van invloed. De landbouwsector zal als gevolg van Europees en nationaal beleid een verandering ondergaan. De verwachting is dat de sector bij deze transitie voldoende adaptief vermogen in zijn mars heeft.  

A en B samengevat

  • De landbouw staat aan het begin van de transitie die zowel ecologisch als economisch duurzaam is.
  • Wij ondersteunen deze transitie naar natuurinclusieve landbouw.
  • Wij onderschrijven en ondersteunen het landelijk en provinciaal beleid en waar onze bevoegdheid ligt geven we hier mee uitvoering aan.

C. Welke keuzes maken we?

1. Wij stimuleren natuurinclusieve landbouw. 
Samen met de provincie zetten we in op natuurinclusieve landbouw in Opsterland, waar dit kan. De belangrijkste opgave ligt bij bedrijven in of dichtbij de Natura 2000-gebieden, in het Veenweidegebied en in grondwaterbeschermingsgebieden. 

  • Hierbij gaan wij uit van het verwevingsprincipe, landbouw en natuur verweven en niet scheiden. Door op zoek te gaan naar overeenkomsten waarbij beide systemen (landbouw en natuur) tot hun recht komen.
  • Ruimtelijke schaal van het samengaan van landbouw en natuur moet in overleg met de actoren bepaald worden; perceel, bedrijf, gebied, regio of groter.

2. We vinden het belangrijk dat:

  • de kern van de landbouw is, dat deze wordt bedreven als werken aan en in een levend ecosysteem; 
  • landbouw grondgebonden, circulair en energieneutraal wordt;
  • landbouw bijdraagt aan biodiversiteit, landschap, dierenwelzijn en gezonde voeding;
  • landbouw het milieu niet belast;
  • landbouw maatschappelijk draagvlak heeft;
  • landbouw duurzaam economisch renderend is.

3. Wij nemen deel aan het Friese Veenweideprogramma (2021-2030).
4. Waar mogelijk wordt maatwerk gemaakt om de transitie naar een natuurinclusieve landbouw te faciliteren. 
5. Wij sluiten aan bij het Nationaal Programma Landelijk Gebied.

D. Bestaande beleidskaders

  1. Bestemmingsplan Buitengebied gemeente Opsterland (2014).
  2. Grutsk op ‘e Romte, Structuurvisie Landschap en Cultuurhistorie (2013).
  3. Provinciale Omgevingsvisie POVI (2020)

E. Actuele projecten

Veenweideprogramma 2021-2030; Foarút mei de Fryske Feangreiden.

Deze opgave draagt bij aan de volgende Sustainable

Goals (SDG’s)

Opgave 5 - Versterken natuurwaarden en verbeteren biodiversiteit
Omgevingsvisie - Opgave 4

A. Wat is de opgave?

De kwaliteit van de Nederlandse natuur en daarmee de biodiversiteit is jarenlang achteruitgegaan. Dat geldt ook voor Opsterland. Dit proces keert voorzichtig, maar van stevig herstel is nog geen sprake. Planten- en diersoorten verdwijnen en ecosystemen raken verstoord door menselijk toedoen (consumptie, vervuiling, klimaatverandering, uitputting van natuurlijke hulpbronnen en natuurgebieden). Dit kan tot problemen leiden voor voedselproductie, drinkwatervoorziening, bodemvruchtbaarheid, waterberging, verkoeling. Natuurherstel en verbetering van de biodiversiteit zijn van groot belang.

B. Wat betekent dat voor Opsterland?

We koesteren het gevarieerde landschap en de natuurgebieden in Opsterland. De afname van biodiversiteit gaat echter om meer dan alleen het verlies aan natuurwaarden. Het is een indicatie van de kwaliteit van onze totale leefomgeving en het kan ook een nadelig effect op onze gezondheid en de beleving ervan hebben. Zoals de zekerheid van voldoende voedsel en energie, de kwetsbaarheid voor natuurrampen, en de toegang tot schoon water en grondstoffen. Een biodiversiteit die in balans is, zorgt voor veel ecosysteemdiensten.

Biodiversiteit of biologische diversiteit is de term die wordt gebruikt om de afwisseling van leven in een bepaald gebied aan te duiden. “ Bio” betekent leven, “diversiteit” betekent afwisseling of verscheidenheid. Biodiversiteit gaat over soorten dieren, planten, schimmels en micro-organismen. Maar ook over de enorme genetische variatie binnen die soorten en de variatie aan ecosystemen waar ze deel van uitmaken. Biodiversiteit meet en geeft een indicatie voor de gezondheid van een ecosysteem.

Een groene en aantrekkelijke leefomgeving heeft een positieve invloed op onze geestelijke gezondheid. Daarnaast kan dat ook zorgen voor bescherming tegen de aanwezigheid van plagen, zoals de eikenprocessierups.

A en B samengevat

  • De biodiversiteit neemt af. Dit leidt tot meer problemen dan men zich in de regel realiseert. We maken ons sterk voor verbetering van biodiversiteit door het bevorderen van natuurherstel en het stimuleren van een natuurinclusieve samenleving. Binnen ieders eigen kunnen, wordt gezorgd dat schade aan de natuur voorkomen wordt en de mogelijkheden van de natuur benut worden.

C. Welke keuzes maken we?

  1. Met provincie, Wetterskip, landbouw, natuurverenigingen, terreinbeherende organisaties (tbo’s), landgoederen en anderen wordt aan de opgave gewerkt. Wij sluiten aan bij de Agenda Biodiversiteit van de provincie Fryslân.
  2. Wij versterken de bewustwording van inwoners (communicatie, PR) en sluiten aan bij de inzet op het bewust worden van de algehele gezondheid.
  3. Wij bevorderen natuurinclusief ontwerpen bij nieuwe ontwikkelingen. Dit geldt voor zowel de gemeentelijke organisatie als voor initiatiefnemers.
  4. Wij gaan  uit van het verwevingsprincipe tussen landbouw en natuur (niet naast elkaar gescheiden, maar elkaar aanvullend). Door op zoek te gaan naar overeenkomsten waarbij beide systemen (landbouw en natuur) tot hun recht komen.
  5. Wij versterken de verbinding tussen natuur en economie. We onderzoeken de mogelijkheden om economische ontwikkelingen te verbinden aan investeren in natuur.

D. Bestaande beleidskaders

  1. Grutsk op ‘e Romte, Structuurvisie Landschap en Cultuurhistorie (2013).
  2. Provinciale Omgevingsvisie POVI (2020)
  3. Nationale Omgevingsvisie (NOVI) 2020

E. Actuele projecten

Agenda Biodiversiteit van de provincie Fryslân

Deze opgave draagt bij aan de volgende Sustainable Development Goals (SDG’s)

Meer informatie

Heeft u nog vragen?

Neem dan contact op met het Publiekscentrum

Gemeente Opsterland